‘Het openluchttheater in de tijdlijn
van onze cultuurhistorie’
De Lichtenberg, een uniek rijksmonument van de Wederopbouw in Weert. Al meer dan twintig jaar beijveren we ons voor behoud en hergebruik. Met de aanwijzing tot rijksmonument is een deel van ons doel bereikt. In tegenstelling tot oudere monumenten, is er voor deze relatief jonge monumenten geen financiële ondersteuning door het rijk. Het behoud kan alleen maar kans van slagen hebben door succesvol hergebruik. Daar richten we onze energie op. We zijn op zoek naar de kaders waarbinnen aanpassingen mogelijk zijn zonder het monument geweld aan te doen. Daarvoor gaan we eerst terug in onze cultuurhistorie.
1. Grieks openluchttheater
De theaters in het oude Griekenland waren monumentale kunstwerken met een oplopende, halfronde natuurstenen tribune, gebouwd tegen een heuvelrug.
De suggestieve verhalen over goden trokken veel publiek. Aan de voet van de tribune bevond zich een cirkelvormig podium. Het theater was monumentaal en vloeide samen met de omringende natuur.
2. Romeins openluchttheater
De Romeinen namen het stokje over van de Grieken waar ze zich aan verwant voelden. Waar de Grieken hun tribunes tegen een heuvel bouwden, wat ook een betere akoestiek opleverde, hadden de Romeinen niet altijd deze mogelijkheid. Daarom vervaardigden ze kunstmatige constructies van gewelven en bogen waar de tribunes op steunden. Een kunstmatige achterwand zorgde voor een goede akoestiek.
Ook het gebruik van materialen was anders. De Grieken bouwden hun theaters met natuursteen, de tribune los van het podium. De Romeinen gebruikten baksteen en beton. De tribune werd gekoppeld aan een constructie of gebouw, die de achtermuur van het vaak verhoogde podium vormde. Een Romeins theater was dus meestal een gesloten complex.
3. Openluchttheater de Lichtenberg, Weert
De Lichtenberg in Weert heeft veel kenmerken van een Romeins openluchttheater. Bij gebrek aan natuurlijke hoogteverschillen is een kunstmatige heuvel opgeworpen. Hiertegen is de betonnen tribune opgebouwd. Deze bouwwijze levert een bijzonder goede akoestiek op. Het theater is een gesloten complex en heeft een toneelgebouw dat tevens het decor voor het podium vormt. Voor zover onze kennis reikt, is de Lichtenberg het enige openluchttheater in België en Nederland dat past in de Romeinse traditie van openluchttheaters. De tribune heeft 2200 zitplaatsen. Zelfs in vervallen staat heeft ‘de Oude Dame’ nog steeds een klassieke allure.
Het podiumveld
Toch zijn er tekenen die wijzen op een afwijking ten opzichte van het klassieke verhaal. Het hoogteverschil van 250 cm tussen de voet van de tribune en de begane grond van het theatergebouw is wel erg veel. Het gevolg hiervan is een schuin oplopend podiumveld. De Romeinen wisten al dat een podium vlak moest zijn en niet hoger dan 130 cm boven de laagste zitplaats. Die kennis wordt tot vandaag in onze moderne theaters nog steeds toegepast.
De helling van het podiumveld van het openluchttheater heeft dan ook nooit goed gefunctioneerd. Het te grote hoogteverschil, gecombineerd met het schuin oplopend podiumveld, maakte optredens moeilijk. Al direct na de ingebruikname leidde het schuine vlak tot ongemak. Een schegvormig houten podium bood toen soelaas. De nu 92-jarige projectleider Grad Smedts van het (Bisschoppelijk) College heeft hiervan in een interview met ons uitgebreid verslag gedaan.
Hoe is dat schuin aflopende podium ontstaan? Een koerswijziging tijdens de ontwerpfase lijkt de oorzaak van het probleem. Het achterliggende verhaal valt te lezen in de afstudeerscriptie van cultuurhistorica Eva Wetsteijn*.
*Wetsteijn, Eva: Afstudeerscriptie De Lichtenberg te Weert – Architectuur en monumentale kunst als uitdrukking der katholieke moderniteit, Nijmegen, juli 2008
4. Invloeden en discrepanties
Rond en na 1900 groeit de aandacht voor de natuur. In de kunst en de architectuur ontstaan nieuwe stromingen als Art Nouveau, met de natuur als inspiratiebron. Er worden parken aangelegd en tuindorpen gebouwd. De natuur wordt weer beleefd als heilzaam voor lichaam en geest.
Openluchttheaters als verblijfsruimte in de natuur worden populair en hebben vaak een romantische uitstraling. Architect Weegels laat zich voor zijn eerste ontwerp ook inspireren door de natuur. Hij bezoekt andere openluchttheaters in de omgeving, zoals De Doolhof in Tegelen en het voormalige Sint Jansberg in Maaseik.
Zijn eerste schets voor het openluchttheater van de Lichtenberg uit 1953 lijkt geïnspireerd op de Sint Jansberg, dat zich kenmerkte door veel groen en terrassen van verschillende hoogten. In zijn eerste ontwerp uit 1954 is nog geen sprake van een omkadering door natuurstenen muren. Wel is voorzien in begroeide heuvels met niveauverschillen. Niets wijst vooralsnog op een klassiek theater volgens Romeinse principes.
We vermoeden dat monumentaal kunstenaar Martens steeds meer invloed kreeg op het ontwerp. Namens de opdrachtgever was hij bouwcommissielid. Hij ontwierp het unieke sgraffito als decor tegen de rug van het toneelgebouw. Gevolg van deze nagenoeg dichte muur was wel dat er tussen het toneelgebouw en het theater nauwelijks interactie mogelijk was.
Het toneelgebouw bleek zich, behalve als backstage bij toneelvoorstellingen, uitstekend te lenen voor uiteenlopende doeleinden. Zo werden er zes klaslokalen in ondergebracht waar druk gebruik van werd gemaakt door leerlingen van het College. Oud-collegianen hebben hier nog mooie herinneringen aan. Toen in 1968 de glorietijd voorbij was, bleef het theatergebouw verweesd achter. Op enkele succesvolle burgerinitiatieven na is er nooit meer een poging gedaan om de omgeving een blik te gunnen op de allure binnen de ommuring.
5. Hoe verder?
Intussen blijven we zitten met het schuin oplopende podiumveld dat opvoeringen moeilijk maakt maar ook met een openluchttheater dat niet kan profiteren van de mogelijkheden van het toneelgebouw. Door de grote schaal maar ook door de eventuele geluidsbelasting zullen grote optredens slechts gelimiteerd mogelijk zijn. Het toneelgebouw echter zou iedere dag gebruikt kunnen worden. Hoe verbind je deze schijnbare tegenpolen, met als doel duurzaam hergebruik succesvol te maken? Wij denken het antwoord gevonden te hebben in een centrale rol voor het podium.
Voorwaarde hierbij is dat het rijksmonument in zijn waarde wordt gelaten. De monumentaliteit, de colonnade, de tribunes en het sgraffito kunstwerk blijven onberoerd.
- In de bestaande toestand is de kelder nu al toegankelijk via een zogenaamde ‘koekoek’ vanuit het podiumveld. Ons voorstel is om het niet functionerende podiumveld af te graven tot het niveau van de laagste tribune en de keldervloer van het toneelgebouw.
- Na afgraven verandert de kelder in een toegankelijk souterrain. Er opent zich een ruimte met toegang tot een vlak en ruim podium. Het probleem van het hellend vlak is hiermee ook opgelost.
- Vanuit het souterrain stapt men zo het podium op. daardoor ontstaat contact tussen tribune, podium en gebouw. Een aangename plek om te verblijven, niet alleen voor gezelschappen of scholen, maar ook voor buurtbewoners en voorbijgangers.
- De nieuwe toegankelijkheid voegt veel kwaliteit en praktische gebruiksmogelijkheden toe. Ons eindvoorstel, het volledig openen van het souterrain, kan in fasen bereikt worden. Ons beeldverhaal ‘Hoe Verder’ maakt deze ideeën inzichtelijk.