Welstand 1
Het lijkt erop, dat een restauratie van het Openluchttheater aanstaande is. Althans, van de buitenkant ervan. Er zal niets worden gedaan om het complex weer als theater te kunnen gaan gebruiken.
Op 14 september 2022 werd het restauratieplan in de gemeentelijke Monumenten-Welstandscommissie besproken. Dat is de enige openbare stap voordat de gemeente beslist over de bouwvergunning.
De Stichting Behoud De Lichtenberg was er bij.
Onze stichting mocht eerder al meekijken in en meepraten over het restauratieplan in wording. Daar zijn we de gebiedseigenaar, de architect en de bouwadviseurs erkentelijk voor. Van de gemeente moesten we in de welstandsvergadering onze mond houden.
Vooraf hadden wij de commissie al wel een brief gestuurd met onze aandachtspunten. Of beter: pijnpunten, want er zitten een paar onderdelen in, die volgens ons een aantasting van het monument betekenen. En dat is jammer, omdat het verder -in zijn zeer beperkte omvang- wel een goed restauratieplan is.
We hebben er eind september op onze facebookpagina in vijf afleveringen aandacht aan besteed. In de hoop, dat de gemeente uiteindelijk in de bouwvergunning alsnog onze punten meeneemt. En zo niet, dan zullen we op deze onderdelen later formeel bezwaar maken tegen de vergunning.
Deze publicatie is een bundeling van de losse afleveringen.
Welstand 2
Keermuren
Eerder (1 augustus 2022) lieten we op onze facebookpagina al een door ons gemaakte fotomontage zien van hoe de nieuwe keermuren er uit kunnen gaan zien. Dat zijn nieuwe betonnen muren aan de voet van de theaterberg. Ze zijn nodig om verdere verzakkingen en scheuren van de theatermuren boven op de berg te stoppen.
Het plaatsen van de nieuwe keermuren is een grote, maar wel noodzakelijke ingreep. De muren worden gemaakt met (prefab) betonelementen, zoals van de onderkant van treinperrons. Alleen vele malen hoger: de laagste muur wordt ongeveer 1,25 meter hoog. Deze komt langs het centrale middenpad. De hoogste muur wordt ruim 3 meter hoog; die wordt aan de zijkant bij de boerderij naast het theater neergezet. Het worden ook lange muren: 19 meter lang langs het middenpad, 60 meter lang (met een hoogte van 2 meter) aan de achterkant en 25 meter lang aan de boerderijkant.
Met deze afmetingen worden het Berlijnse muren in de groene natuur van het park: hard en kaal beton. De architect heeft ze alleen, op aangeven van de welstandscommissie, een gelig zandsteen-kleurtje gegeven. En langs het middenpad wil hij er een zitbankje aan hangen. Een excuusbankje, zo lijkt het.
Onze stichting heeft ervoor gepleit de nieuwe betonwanden aan te kleden met een voorzetwand van natuursteen. Dan komen ze er net zo uit te zien, als alle andere muren in het park. Het heeft bovendien het voordeel, dat dit natuursteen niet gevoelig is voor vervuiling door algen en mossen; en het is geen aantrekkelijke ondergrond voor graffiti-spuiters. Dat is wel het geval bij kaal beton: dat ziet er binnen de kortste keren niet meer uit.
Ons pleidooi is helaas niet geland in de commissie: ze hebben het er niet over gehad; wel met zelfgenoegen over het gelige zandsteenkleurtje.
De fotomontages bij dit verhaal laten zien wat de enorme visuele schade is van de kale betonwanden.
Wij hopen, dat de gebiedseigenaar de nieuwe muren alsnog zal bekleden met natuursteen. Dat is financieel geen grote toevoeging, zeker als dat tegelijk met de bouw van de betonmuren gebeurt.
Welstand 3
Scheuren en kleuren
Architect Harold Janssen (bureau SatijnPlus uit Born) vertelde in de welstandsvergadering over zijn inspiratiebron voor de casco-restauratie van het openluchttheater. Een dierbaar familieschaaltje, dat in zijn jeugd stuk was gegaan. Hij had het toen zo goed mogelijk gelijmd, zei hij nog steeds vol trots. Met Velpon, voegde hij eraan toe, en daarin klonk enige spijt. Want de lijm was verkleurd; en dat was duidelijk niet de bedoeling geweest van de zorgvuldige redding.
Zoveel jaar later moet hij de grote scheuren gaan aanpakken in de muren rond de theatertribune. Ze zijn ontstaan doordat de “berg” is gaan verzakken. Met zandophopingen en keermuren buiten op de helling kan dat proces worden gestopt.
Wel moeten de vele en vaak grote scheuren in de theatermuren worden dicht gezet. Anders ontstaat daar weer nieuwe schade. Met het schaaltje en de Velpon in gedachten hadden we verwacht, dat de architect met neutraal gekleurde vulmiddelen zou aankomen. Dan zouden de muren weer de vloeiende lijnen vormen van de beschutting rond het theaterpubliek. Maar neen. Met een ingewikkeld verhaal over een “tweede laag” werd voorgesteld de scheuren met een zwart vulmiddel dicht te maken.
Een groter contrast met de licht gekleurde natuurstenen van de muren is niet denkbaar. “De muren krijgen daardoor meedogenloze littekens”, zo had de stichting Behoud De Lichtenberg vooraf aan de welstandscommissie geschreven.
Het leek of dit pijnpunt wel was geland in de welstandscommissie. In een discussie tussen de voorzitter en de architect bleek het zwart nog te kunnen veranderen in elke andere kleur. “Ook een lichte kleur?”, vroeg de voorzitter veelbetekenend. “Ja”, antwoordde de architect. “We gaan de kleur ter plaatse in samenhang bepalen”. Dat zal met verschillende kleurmonsters gaan gebeuren. En de welstandscommissie heeft gezegd daarbij te willen zijn.
Klein probleempje: die commissie bestaat na 1 januari niet meer. We hopen, dat de gemeente daar in de bouwvergunning een passende beschermingsmouw aan weet te passen.
Welstand 4
Hogedrukspuit
Er is een jaar lang onderzoek gedaan naar de flora en de fauna rond het openluchttheater. Daarbij is 1 (één) verblijfplaats van de gewone dwergvleermuis aangetroffen. Daarvoor is een “ecologisch werkprotocol” opgesteld. Dat zijn tien pagina’s vol voorschriften, maatregelen, verboden en aanwijzingen ter bescherming. Zorgplicht, heet dat terecht.
Het openluchttheater herbergt behalve een vleermuis ook het grootste sgraffito-kunstwerk van Nederland. Het siert de buitenwand van het toneelhuis. Het is het perfecte decor voor alle manifestaties in het theater. Het is het gezicht van De Lichtenberg.
Voor dit kunstwerk is er blijkbaar geen zorgplicht. De werkomschrijving van de restauratie wijdt er vijf tekstregels aan. Ze komen er op neer, dat het kunstwerk wordt blootgesteld aan de virtuositeit van de hogedrukspuit. Een schoonmaakbedrijf als restaurator van kunst.
Het kunstwerk is erg kwetsbaar en is er heel slecht aan toe. Graffitispuiters zijn er op tekeer gegaan. En klimfanaten hebben er hun hoogtepunt gezocht door er klimijzers dwars doorheen te boren. De ooit strak gelijnde vormen hebben lelijke rafelranden gekregen; door de invloed van weer en wind, maar ook door vroegere poetsmishandelingen. Een nieuwe kuur met de hogedrukspuit zal de dunne stuclagen van het kunstwerk verder beschadigen.
De voorzitter van de welstandscommissie leek zich daarvan bewust. “Wij zijn geen voorstander van de hogedrukspuit”, zei hij. “En al helemaal niet van chemische middelen”, voegde hij eraan toe na de toelichting van de architect om op hardnekkige plekken nog wat extra waskracht in te zetten.
Wat de architect deed verzuchten: “Dan wordt het niet overal schoon. Dan zult u sporen blijven zien van oude vervuilingen”. Einde dialoog.
Ons standpunt: Het kunstwerk moet niet worden schoongemaakt. Het moet worden gerestaureerd. Schoonmaak zal daar een onderdeel van zijn. Naast het ‑onzichtbaar- dichtmaken van de vele gaten en het stoppen van voortgaand verval, waaronder het afbrokkelen van de mortellagen.
Dat is werk voor gespecialiseerde restauratiedeskundigen; voorafgegaan door gedegen onderzoek naar wat de beste aanpakmogelijkheden zijn.
Lees ook als laatste pagina van deze bundeling de hele tekst die wij eerder aan B&W van Weert en de welstandscommissie stuurden over de aanpak van dit kunstwerk.
Welstand 5
Vervolg en (on)zekerheden
“Hoe gaat het nu verder?”, wilde de welstandsvoorzitter weten.
“Eerst de bouwvergunning”, antwoordde de architect. “Daarna het subsidiegeld. Als dat binnen is, volgt de marktconsultatie met het benaderen van aannemers en het vragen van offertes”.
Uiteraard alleen bij vakkundige partijen, zo stelde hij de commissie bij voorbaat gerust.
Of zijn architectenbureau bij het vervolgtraject betrokken zal zijn, vroeg de voorzitter door. “Dat hebben we wel voorgesteld. Maar het is nog niet geregeld”, luidde het antwoord.
Zodat het voorlopig in de lucht blijft hangen, of de architect nog wel een rol speelt in de keuze van de aannemer en onderaannemers.
Net zoals het voorlopig in de lucht blijft hangen, of het architectenbureau gehoor kan en zal geven aan de vermanende aansporingen van de commissie. Bijvoorbeeld om de werkomschrijving op onderdelen uit te breiden. En om beter vast te leggen wat er van de aannemer en de andere uitvoerende partijen wordt gevraagd.
De commissie liet verder weten nadrukkelijk bij alle uitwerkingen, monsters en proefstukken betrokken te willen zijn voordat er iets gemaakt mag worden.
Waarbij de commissie onvermeld liet, dat zij per 1 januari aanstaande zal zijn opgeheven.
Het is nog onduidelijk, of er over een paar maanden nog iemand is die toeziet op de naleving van de ferme voorwaarden uit deze vergadering.
Kortom,
Een toekomsttraject zonder data, boordevol onzekerheden: over wie er bij de restauratie wel of niet betrokken zullen blijven; wie de werkzaamheden zullen uitvoeren; en vooral: wie de kwaliteit zullen bewaken.
De gemeente heeft de mogelijkheid om in de bouwvergunning van een rijksmonument nadere kwaliteitsvoorwaarden op te nemen. Ook over de bedrijven die de restauratie zullen uitvoeren en begeleiden.
Zo kan worden voorkomen, dat De Lichtenberg onherstelbaar wordt gerestaureerd.
SGRAFFITO
Uit de brief van Stichting Behoud De Lichtenberg aan het College van Burgemeester en Wethouders Weert, dd 29-7-2022